‘De Heer is waarlijk opgestaan’. Ik hoor het de dominee van de kerk uit mijn jeugd nog zeggen. Dat is mijn meest duidelijke herinnering van het Paasfeest. Samen met de gele decoraties en het schilderen van eieren dan. Wel mooi, hoe toen al de christelijke en seculiere betekenis hand in hand gingen.
Die woorden ‘De Heer is waarlijk opgestaan’ zijn blijven hangen, maar de betekenis heb ik toen niet echt opgeslagen. Dat is echt iets van de laatste jaren. Dat heeft misschien ook wel te maken met de directe koppeling aan het hebben van zonden. Het idee dat iedereen per definitie zondig is en dat Jezus voor onze zonden is gestorven, vond ik heftig en zwaar. Hoe kan een kind nou zondig zijn?
Inmiddels heb ik dat voor mezelf kunnen nuanceren. Waar mensen leren, worden ook fouten gemaakt. Je doet wat je kan met wat je weet en dat is goed. Maar als je meer leert en daarna dus beter weet, kan het gebeuren dat je met verdriet en soms zelfs schaamte terugkijkt op wat je eerder met zoveel overtuiging hebt gedaan. Iets waarvan je dacht dat goed was, maar wat nu, nu je wijzer bent geworden, duidelijk beter had gekund. Soms zijn in dat proces mensen gekwetst, soms jij zelf ook. Ik ervaar dat niet als zonden, maar wel als verantwoordelijkheid. Iets zo goed bedoeld, kan soms zo verkeerd uitpakken.
En dan is het troostend en fijn als we één keer per jaar kunnen stilstaan bij wat het afgelopen jaar beter had gekund en bij degenen die we onbedoeld en vaak ongemerkt hebben gekwetst. Als je kunt geloven dat het ons is vergeven, dat iemand die groter is dan jij en ik de verantwoordelijkheid op zich heeft genomen en ons de kans geeft met een schone lei te beginnen en in het komende jaar beter te doen, een betere versie van onszelf te worden.
Opgelucht en blij, maar ook met het besef van de verantwoordelijkheid oude fouten niet opnieuw te maken, ga ik deze lente in.